Gipsplaten en brandveiligheid
Brandnormen
De belangrijkste brandnormen die van toepassing zijn in België:
- EN 1363-1 tot 1363-3: algemene testprocedures en criteria voor brandlaboratoria. In België zijn de Universiteit van Luik (ULg) en het Warrington Fire Institute in Gent de enige geaccrediteerde brandlaboratoria die officiële brandtesten mogen uitvoeren.
- EN 1364-1: vuurweerstandsproeven voor niet-dragende bouwdelen met name ‘wanden’. Het is deze norm die van toepassing is op lichte scheidingswanden met gipsplaten.
- EN 1364-2: vuurweerstandsproeven voor niet-dragende bouwdelen met name plafondsystemen met gipsplaten.
- EN 13501-1: classificatienorm voor brandreactie: bouwmaterialen worden ingedeeld in klassen (A tot en met F) op basis van hun bijdrage aan brand. Daarnaast zijn ook de ontwikkeling van rook en brandende druppels meegenomen in de klassering om de voortplanting van rook (s0, s1, s2 en s3) en de afgifte van druppelende vloeistoffen uit brandende materialen (d0, d1 en d2) te kunnen beoordelen.
- EN13501-2: behandelt de classificatie van brandweerstand: Deze score wordt behaald op basis van hun prestaties bij tests en wordt uitgedrukt in minuten (30', 60' of 120'). De belangrijkste criteria zijn draagvermogen (R), vlamdichtheid (E) en thermische isolatie (I).
Criteria
- Draagvermogen (R): hiermee wordt aangegeven hoe lang (uitgedrukt in minuten) een structuur of bouwdeel weerstand biedt aan de gespecificeerde lasten en/of belastingen in het geval van een brand. Deze eigenschap wordt vaak aangeduid als ‘brandstabiliteit’. Dit criterium is niet van toepassing voor niet-dragende wanden of verlaagde plafonds en wordt dus doorgaans niet toegepast voor systemen op basis van gipsplaten. Dragende systemen daarentegen worden gedurende de test voorzien van de nominaal te verwachten praktijkbelasting en worden bijkomend beoordeeld op stabiliteit en doorbuiging. Naargelang de resultaten worden deze ingedeeld in een klasse, bv. REI 60 of REI 120.
- Vlamdichtheid (E): hiermee wordt er aangegeven hoe lang (uitgedrukt in minuten) een scheidend bouwelement, dat aan één zijde blootgesteld is aan een brand, verhindert dat er vlammen of hete gassen doordringen tot aan de niet-blootgestelde zijde.
- Thermische isolatie (I): hiermee wordt er aangegeven hoe lang (uitgedrukt in minuten) een scheidend element de doorgang van warmte verhindert in het geval van een brand. Hierdoor kan de niet-blootgestelde zijde niet ontvlammen en kan enig brandbaar element in de directe omgeving van deze zijde ook niet ontvlammen. Personen in de buurt worden eveneens gedurende deze tijdspanne beschermd tegen brand.
Het is belangrijk op te merken dat de EN-norm geen invloed heeft op de specifieke eis van brandstabiliteit gedurende 30 minuten voor plafonds, zoals opgenomen in het koninklijk besluit. Voor deze eis blijft de Belgische wetgeving NBN 713.020 van kracht.
Facultatieve karakteristieken
Naast deze drie hoofdprestaties worden nog andere facultatieve karakteristieken gespecificeerd. De indeling en het gebruik is afhankelijk van de toepassing van de bouwelementen. De karakteristeken worden uitgedrukt met de letters W (straling), M (mechanische actie), C (zelfsluitendheid), S (rookdoorlatendheid), P of PH (continuïteit van de stroom en/of het signaal), G (weerstand tegen roetontbranding) of K (beschermingsvermogen tegen brand).
In het algemeen worden de brandweerstandsklassen als volgt uitgedrukt:
- Voor dragende en scheidende elementen: REI t, waarbij t staat voor de periode gedurende dewelke aan alle criteria (draagkracht, dichtheid en isolatie) wordt voldaan.
- Voor dragende elementen: R t, waarbij t de periode is gedurende dewelke aan het criterium van de draagkracht wordt voldaan.
- Voor niet-dragende elementen: EI t, waarbij t de periode is gedurende dewelke aan de criteria van de dichtheid en isolatie wordt voldaan, en E t, waarbij t de periode is gedurende dewelke aan het criterium van de dichtheid wordt voldaan.
De periode t wordt uitgedrukt in minuten. Zo wordt bijvoorbeeld een kolom die gedurende een uur brandstabiel blijft R 60 genoemd en een lichte scheidingswand die een uur brandweerstand vertoont EI 60.
Enkele opmerkingen
Samengevat worden in België voor niet-dragende wanden en plafonds slechts 3 klassen brandweerstand toegepast: EI 30, EI 60 en EI 120. De oude benamingen Rf ½ h, Rf 1 h en Rf 2 h en testrapporten volgens de norm NBN 713.020 mogen niet langer worden voorgeschreven of toegepast.
Als professional moet je overigens niet alleen rekening houden met de brandwetgeving (die verschilt van land tot land) en vooropgestelde brandclassificaties, maar vaak ook met de eisen van de (lokale) brandweer of de verzekeringsmaatschappij. Naast de brandveiligheid kunnen ook bijkomende eisen worden gesteld op vlak van akoestiek, stootvastheid of vochtbestendigheid van gipsplaten.
De eis ‘stabiliteit bij brand’ wordt enkel in België gehanteerd en geldt uitsluitend voor verlaagde plafonds. Men kijkt hierbij gedurende dertig minuten naar het gedrag van het plafond bij een volledig ontwikkelde brand. Deze eis geldt voor gangen, inkomhallen en publieke ruimtes. Bij een brand is het namelijk belangrijk dat ruimtes die dienstdoen als vluchtwegen, voldoende lang vrij blijven voor de evacuatie van mensen, maar ook om toegang te bieden aan de hulpdiensten.
Maximale hoogte
De maximale hoogte die een lichte scheidingswand in normale omgevingscondities mag hebben, is bepaald volgens DIN 18183. Deze norm maakt een onderscheid per toepassingsdomein:
- Toepassingsdomein I (woningen, hotels, kantoren, ziekenhuiskamers, …)
- Toepassingsdomein II (auditoria, tentoonstellingsruimtes, verkoopruimtes, …)
De maximale hoogte van brandwerende scheidingswanden wordt echter vastgelegd in het direct toepassingsdomein van het classificatierapport volgens EN 13501-2 en is gebaseerd op de hoogte van de testwand en de behaalde resultaten.
Verplicht?
Voor woningen zijn brandwerende gipsplaten doorgaans geen vereiste, aangezien standaard gipsplaten op zich vrij brandwerend zijn. Brandvertragende gipsplaten zijn voor particulieren dus vooral interessant als men wil genieten van een optimale brandveiligheid. Het is wel een belangrijke vraag voor openbare ruimtes, appartementen, bedrijfspanden, … Hier gelden namelijk strenge regels voor, die zijn opgenomen in bovenvermelde Europese brandnormen (EN).
Toepassingen
Waar worden brandwerende gipsplaten voor gebruikt?
- Scheidingswanden: met een scheidingswand splits je 1 ruimte op in meerdere kamers. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een metalen of houten frame en meerdere gipsplaten. De platen zijn beschikbaar in verschillende afmetingen, met een brandwerendheid van 30 tot 120 minuten. Scheidingswanden goed te combineren met minerale wol voor een goede thermische én geluidsisolatie.
- Voorzetwanden: ook een bestaande wand kan men afwerken met brandwerende gipsplaten. Een voorzetwand of ‘schachtwand’ is een uitstekende methode om een wand, die niet voldoet aan Europese brandnormen, op te waarderen. Voorzetwanden zijn immers net zo brandwerend als scheidingswanden.
- Plafonds: voor een plafond kan men gipsplaten op verschillende manieren bevestigen. Dit kan direct tegen de draagbalken, tegen een frame aan het plafond of op een frame dat tussen de aangrenzende muren hangt (bijvoorbeeld als het plafond het gewicht van de platen niet kan dragen).
- Vloeren: brandwerende gipsplaten kunnen ook onder of boven vloer worden bevestigd met behulp van een aangepaste lijm direct op de constructie of met aangepaste schroeven. Ook hierbij geldt een hoge brandwerendheid van 120 minuten (EI120).
Afwerking
Brandwerende gipsplaten afwerken kan op verschillende manier:
- Schilderen: het is aangeraden om voor het schilderen van gipsplaten eerst een primer aan te brengen. Hierna kan vrijwel elk type verf worden toegepast, met uitzondering van verf op basis van kalk- en waterglas.
- Behangen: ook hier gebruik je best een primer. Dan is vrijwel elk type behang op een brandwerende gipsplaat mogelijk. Zonder primer kan het later lastig zijn om het behang er nog netjes af te krijgen.
- Betegelen: het voordeel brandwerend gips is dat je minder moet voorbereiden als je wil betegelen. Een elastische tegellijm om de tegels te bevestigen volstaat. De voegen worden voorzien van een wapeningsband.
- Overige: steenstrips, natuursteen, spuitpleister, … de meeste materialen zijn mogelijk, maar niet altijd. Het is dan ook aangeraden een specialist ter zake te raadplegen.
Normen en classificaties
Klasse Materiaalgedrag / Beschrijving
A1 Geen bijdrage / Onbrandbaar
A2 Nauwelijks bijdrage / Praktisch onbrandbaar
B Erg beperkte bijdrage / Heel moeilijk brandbaar
C Matige bijdrage / Brandbaar
D Grote bijdrage / Goed brandbaar
E Zeer hoge bijdrage / Zeer brandbaar
F Onbepaald
Rookontwikkeling
s0 Geen rookvorming
s1 Gering
s2 Gemiddeld
s3 Groot
Druppelvorming
d0 Geen productie van brandend product (in vloeibare of stroperige vorm)
d1 Delen branden korter dan 10 s
d2 Delen branden langer dan 10 s