Asbest in pleisterwerk herkennen en correct verwijderen
Onbrandbare vezels
Asbest is een natuurlijk gesteente dat tot midden de jaren 90 van vorige eeuw veel gebruikt werd in bouwmaterialen en gebruiksgoederen en nog steeds in veel gebouwen te vinden is. Dat leren we van asbestlatenverwijderen.net, een onafhankelijke site die mensen op een correcte manier informeert over asbest. Het gesteente bevat mineralen met taaie, onbrandbare asbestvezels. Hoewel asbest verboden is, wordt het nog steeds gedolven in landen die afhankelijk zijn van deze natuurlijke bronnen. Er bestaat ‘spiraalvormige’ asbest (chrysotiel) en ‘rechte’ asbest (amosiet, tremoliet, anthophylliet en crocidoliet). Enkel de kleur van ruwe asbest geeft aan om welke soort het gaat:
- chrysotiel: wit asbest
- amosiet: bruin asbest
- tremoliet: grijs asbest
- anthophylliet: groen asbest
- crocidoliet: blauw asbest
Vast asbest
Er bestaan twee soorten asbest: vast en los asbest. Bij hechtgebonden of ‘vast’ asbest zitten de vezels stevig vast in het dragermateriaal. De asbestvezels zijn gebonden met een bindmiddel, zoals cement, bitumen, kunststof of lijm. Een typisch voorbeeld zijn leien uit asbestcement en golfplaten. Zolang men correct omspringt met materialen met vast asbest – dat betekent niet breken, schuren, slijpen of boren – komen er weinig of geen asbestvezels vrij. Hechtgebonden asbesthoudende toepassingen in goede staat zijn daarom het minst schadelijk voor de gezondheid.
Los asbest
Niet-hechtgebonden asbesthoudende toepassingen noemen we ook wel los, losgebonden of zwakgebonden asbest. Toepassingen met los asbest bevatten weinig bindmiddel of gebruiken een zwak bindmiddel zoals gips. Tegelijk zijn de concentraties van de asbestvezels vaak hoog. Dat maakt deze materialen heel gevaarlijk. Niet-gebonden asbestmaterialen zijn gevoeliger voor beschadigingen en laten makkelijk asbestvezels los. Het bekendste voorbeeld is de plaasterisolatie rond leidingen van de centrale verwarming. In oudere gebouwen komen vandaag nog heel wat niet-hechtgebonden asbesthoudende materialen voor. Omdat deze toepassingen meer risico’s meebrengen, mogen alleen erkende asbestverwijderaars ze verwijderen en afvoeren.
Toepassingen
Asbest kom veel meer voor dan men op het eerste zicht denkt. Enkele voorbeelden:
- asbestcement: golfplaten, buizen, lichten, rioleringen, …
- asbestboards: dakbeschot, plafondplaten, afdichtingen, …
- asbestkoord: afdichtingsmaterialen, handschoenen, mutsen, kleding, kabels, verpakkingen, …
- isolatie: stoomleidingen, waterleidingen, …
- vinylzeil: vloerzeilen voor kasten of keukens
- spuitasbest: isolerende lagen in kantoorgebouwen, winkels en industriële complexen
- imitatiemarmer: schoolborden, dorpels, vensterbanken, …
- afdichtingspasta’s: beglazingskit, stopverf, …
- bitumen: tegellijm, gevelisolatie, dakleer, …
- bakeliet: spoelbakken, toiletten, telefoons, …
Asbestexpert
Om te controleren of een gebouw of een materiaal asbest bevat, schakelt men best een erkend asbestlabo of een expert in. Vaak kan alleen een laboanalyse met zekerheid bepalen of een materiaal asbesthoudend is of niet. Een analyse kost ongeveer € 40. Belangrijk voor de vakman is te informeren bij het labo hoe men op een veilige manier een staal van het materiaal kan aanleveren. Lukt dat niet, dan komt het labo zelf een staal nemen. Experts kunnen veel asbesttoepassingen ook visueel herkennen, bijvoorbeeld golfplaten en leien in asbestcement. In dat geval is er geen laboanalyse nodig. De meeste experts werken overigens bij een erkend asbestlabo.
Asbest zelf herkennen
Controleert u liever zelf of een materiaal asbest bevat? Dat kan met behulp van enkele trucjes. Raadpleeg bijvoorbeeld het productiejaar en bekijk de textuur. Ook een vlamtest kan, maar is niet aan te raden. Let wel op: deze hulpmiddelen zijn minder nauwkeurig.
- Het productiejaar van een materiaal kan een eerste aanwijzing geven over de mogelijke aanwezigheid van asbest. Ook plannen, facturen, technische fiches en andere gegevens van de fabrikant kunnen nuttig zijn. Werd het materiaal geproduceerd of geplaatst tussen 1945 en 2001? Dan is de kans reëel dat het asbest bevat. Dat geldt zeker voor toepassingen geproduceerd tussen 1955 en 1985. Een dak of gevelbekleding uit kunstleien of golfplaten geplaatst voor 1990 bevatten altijd asbest. Leien of golfplaten zonder asbest herkent u aan de vermelding ‘N’ of ‘NT’ (New Technology). Asbestvrije golfplaten hebben ook altijd een verstevigingsbandje.
- Bekijk ook de textuur van het materiaal. De meeste plaatmaterialen in asbestcement hebben een gewafelde structuur in de vorm van een honingraat. Ze bestaan meestal ook uit meerdere lagen. Toepassingen in asbestcement hebben vaak ‘asbestbloemen’: witte vlekken verspreid over het oppervlak. Die vlekken wijzen op de aanwezigheid van asbest. Op plaatsen waar het materiaal gebroken of verweerd is, kunt u asbestvezelbundels vaak met het blote oog zien.
- Vroeger werd ook al eens gezegd om een vuurtest of vlamtest te doen. Maar de test is niet betrouwbaar en leidt tot foute identificaties. Bij de vlam- of vuurtest houdt men een stuk materiaal met een vezelbundel (bv. breukvlak van een asbestplaat), boven een vlam. Het achterliggende idee is dat asbestvezels inert zijn en dus niet branden. Gloeien de vezels alleen maar, en branden ze niet op door de vlam? Dan is de kans groot dat het om asbest gaat. Vezels die niet van asbest zijn, zullen door de vlam uiteenvallen of druppels vormen. De kans bestaat echter dat er andere brandbare vezels op of in het asbestverdacht materiaal zitten. Bij een vlamtest zullen deze vezels wel branden. Zo riskeert men een foutieve conclusie te maken dat het zou gaan om asbestvrij materiaal. Andersom kunnen er ook andere minerale (onbrandbaar) vezels in zitten, waardoor foutief geconcludeerd zou worden dat het om asbesthoudend materiaal gaat.
Asbest en gezondheid
Asbest is schadelijk voor de gezondheid, dat staat buiten kijf. Het is wel alleen gevaarlijk als losse asbestvezels worden ingeademd. De vezels zijn niet met het blote oog te zien en kunnen vrijkomen bij de beschadiging van asbesthoudend materiaal, bijvoorbeeld in de vorm van stof. Bij het inademen dringen asbestvezels zeer diep in de longen, wat ernstige ziektes zoals de ‘asbestziekte’ kan veroorzaken. Asbestvezels aanraken (contact met de huid) is volgens de huidige inzichten niet gevaarlijk. Toch wast u best uw handen als u asbestvezels hebt aangeraakt. Zo voorkomt u dat u alsnog vezels inademt. Ook een korte blootstelling aan asbestvezels kan gevaarlijk zijn. Maar dat betekent niet dat men sowieso ziek wordt door één keer asbesthoudend stof in te ademen.
De symptomen van een asbestziekte treden meestal pas laat op, vaak zo'n 30 à 40 jaar na de blootstelling. Vast asbest is niet gevaarlijk om naar te kijken of aan te raken (als de asbestmaterialen in goede staat zijn). Producten met niet-hechtgebonden asbest zoals koorden of handschoenen zijn wel héél gevaarlijk. Daar kunnen de asbestvezels bij de minste beweging opvliegen en ingeademd worden.
Asbest verwijderen
Als je de nodige voorzorgen neemt en kennis van zaken hebt, mag je hechtgebonden asbest zelf verwijderen. Op recyclageparken zijn er speciale voorzieningen voor asbestproducten en materialen. Het is echter aan te raden om beroep te doen op een erkende asbestverwijderaar. Deze kennen de gevaren en weten hoe ze de materialen precies moeten ontmantelen. Ook kan je dankzij te werken met een erkend asbestverwijderaar beroep doen op premies of subsidies.
Asbest in pleisterwerk
Vroeger werd asbest gebruikt om stucwerk of pleisterwerk steviger en duurzamer te maken. In sommige gevallen werden asbestvezels verwerkt in de finish om de pleister vuurvast en weerbaar te maken. Als je het aantal asbestvezels in stucwerk vergelijkt met andere asbesthoudende materialen valt de hoeveelheid nog mee, maar het is nog steeds gevaarlijk voor onze gezondheid omdat deze asbest niet-hechtgebonden is. Een bruine laag in het pleisterwerk of stucwerk wijst op een reële kans dat er asbest verwerkt is. Is de pleisterlaag aangebracht tussen de jaren 1960 en 1980 is de kans groot dat het asbest bevat. Het verschil tussen pleisterwerk met asbest en pleisterwerk zonder asbest is moeilijk te zien. De enige manier om zekerheid te krijgen of je stucwerk asbestvezels bevat, is een onderzoek in een erkend asbestlabo.
Waar vind je het?
Vroeger werd asbest gebruikt in stucwerk om deze te verstevigen en niet enkel omwille van de brandweerstand van asbest. Pleisterwerk met asbest kan dus in alle ruimtes voorkomen. De grootste kans is onder daken of op verdiepingen waar men asbesthoudend stucwerk gebruikte om kamers af te werken. Let wel: niet elke vezel dat je ziet in stucwerk is een asbestvezel. Veel oud pleisterwerk bevat lange vezels die kunnen verward worden met asbestvezels. Vroeger werden veel materialen verwerkt in pleisterwerk. Denken aan stro maar ook paardenhaar. In veel asbesthoudend pleisterwerk zie je de asbestvezels niet op het eerste zicht.
Asbest in pleisterwerk zelf verwijderen?
Zelf verwijderen mag niet. Als er asbestvezels in het stucwerk verwerkt zijn, liggen deze vezels niet sterk gebonden in de pleisterlaag. Het gaat over niet-hechtgebonden asbest en deze soort asbest mag je nooit zelf verwijderen. Het is onmogelijk om de pleisterlaag zonder breken of kappen te verwijderen. Er zullen dus gegarandeerd asbestvezels vrijkomen tijdens de werken. Bij het slecht verwijderen van de stuclaag komen asbestvezels in de lucht terecht en kunnen weken, maanden en zelfs jaren ronddwalen in de woning. Asbestvezels inademen op zo een lange periode is nefast voor de gezondheid en levensgevaarlijk.
Kan het blijven?
Is het pleisterwerk in goede staat of kan men de bepleisterde muur te verbergen dan kan men opteren voor de plaatsing van een voorzetwand in gipsplaten. In principe kan men de pleisterlaag dus laten hangen. Het is echter aan te raden om de asbesthoudende pleister te laten verwijderen want asbest verdwijnt niet zomaar en de wetten worden strenger. De kans bestaat dus dat de klant later grote(re) problemen en hogere kosten zal hebben om asbest te laten verwijderen. Ook is de waarde van de woning evenredig verbonden met het al dan niet bevatten van asbest.