Het belang van goed geluidscomfort
Belgische norm
Een goed geluidscomfort heeft een positief effect op de dagelijkse levenskwaliteit van de bewoner zelf en op de onderlinge relaties tussen de gebruikers van een gebouw. Een slecht geluidscomfort mondt uit in negatieve gevolgen voor de gezondheid: nervositeit, stress, slechte slaap, vermoeidheid, ... De Belgische norm NBN S01-400-1 'Akoestische criteria voor woongebouwen' bepaalt de eisen en criteria voor isolatie tegen lucht- en contactgeluiden, voor de isolatie van de gevels, voor het geluidsniveau van technische installaties en voor de nagalm in gebouwen. In principe is deze norm is niet ‘dwingend’, maar een verwijzing naar goede praktijken wanneer men wil voldoen aan akoestische eigenschappen. Let wel: de norm kan dwingend worden indien er in het bestek naar wordt verwezen.
Geluidscomfort van woningen
Om het comfort van een gebouw te verbeteren, kan men op twee manieren te werk gaan:
- voorkomen dat de buitengeluiden doordringen naar binnen door isolatie van de muren, vloeren, plafonds, …;
- voorkomen dat de geluiden afkomstig uit de binnenruimte weergalmen in lege ruimten door akoestische correctie van de weerkaatsende oppervlakken, met name door absorberend materiaal aan te brengen.
Gedrag van geluid
Een gebouw heeft verschillende geluidsbronnen. Men maakt een onderscheid tussen:
- Luchtgeluid, zowel binnen als buiten het gebouw, is het geluid dat zich door de lucht voortplant zoals stemmen, muziek, auto's, vliegtuigen, enz.
- Contactgeluid wordt opgewekt door het contact met een bestanddeel van het gebouw en plant zich door dit bestanddeel voort zoals: voetstappen, vallende werktuigen, enz.
- Technisch geluid wordt opgewekt door de uitrustingen van het gebouw, zowel binnen als buiten de bouwschil.
Correctie en isolatie
Om een verbetering van het akoestisch comfort te bereiken, maken we een onderscheid tussen:
- de akoestische correctie in een lokaal, wanneer het absorptie- en weerkaatsingsvermogen van één of meer wanden worden gecorrigeerd door een aanpassing van hun textuur, hun reliëf, hun geometrie en hun bekledingsmaterialen.
- de akoestische isolatie tussen twee of meer lokalen, wanneer men oplossingen toepast om de voortplanting van het geluid doorheen de wanden te beperken door hun structuur aan te passen.
Een akoestische correctie corrigeert het geluid niet, maar dempt de echo en de nagalm. De aanwezigheid van absorberende materialen in een ruimte verbetert de geluidsesthetiek, maar verlaagt het in de aangrenzende ruimten waargenomen geluidsniveau niet.
Richtwaarden
De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) adviseert de volgende richtwaarden inzake het geluidscomfort in gebouwen:
- LAeq = 35 dB(A) in woningen, klaslokalen en peutertuinen.
- LAeq = 30 dB(A) in slaapkamers, rustkamers van kindertuinen en in de zalen en kamers van ziekenhuizen.
Binnen een gebouw kan de geluidsoverdracht tussen woningen of van buiten naar binnen op verschillende manieren worden verminderd. Eenvoudige aanpassingen laten reeds toe het lawaai in de woningen te beperken.
Materiaalkeuze
Hoe meer massa-effect en veereffect een materiaal bezit, hoe groter het geluidsisolerend effect is. Het massa-effect vloeit voort uit de dichtheid en de dikte van het materiaal. Met andere woorden, bij gelijke dikte zal een betonnen wand beter isoleren dan een gipswand.
Het veereffect dempt de trillingen: het kan worden toegepast door verschillende soorten materialen (baksteen, gyproc, steenwol...), bij voorkeur te combineren in dubbele wanden.
Oplossingen
- Vervang ramen of de voordeur: waar lucht doorheen kan, komt ook lawaai binnen. Geluiden dringen makkelijk binnen door allerhande openingen: een brievenbus, een beschadigde voeg in een muur, een slecht onderhouden verluchtingsrooster, … Vensters zijn evenwel de belangrijkste toegangspunten voor lawaai van buitenaf. Daarom is het nuttig te investeren in dubbel glas met versterkte geluidsisolatie. Vaak volstaat asymmetrisch dubbel glas, maar er kan ook geopteerd worden voor hoogperformant dubbel glas van het type ‘akoestisch gelaagd glas’. Omwille van de uitstekende akoestische en thermische eigenschappen ligt de keuze voor houten ramen voor de hand. Ook de voordeur vervangen of isoleren kan een goede oplossing zijn, vooral als de woning uitgeeft op een overloop of een trap.
- Isoleer het dak: akoestische dakisolatie zorgt niet alleen voor minder lawaai, maar doet ook het energieverbruik afnemen. Hoe zwaarder en dikker de gekozen isolatie, hoe beter het geluidsisolerend vermogen. Er bestaan tegenwoordig ook verschillende ecologische materialen met uitstekende akoestische en thermische eigenschappen, zoals cellulose, hennep, vlas of zaagsel.
- Verbeter de geluidsisolatie van de gevel: dit resulteert in een vermindering van het omgevingsgeluid in de woning. Hierdoor kan echter het geluid van de buren, dat voordien niet hoorbaar was, storend worden. Om de geluidsoverdracht van de ene woning naar de andere te dempen, kan eveneens iets gedaan worden aan de geluidsisolatie van de gemeenschappelijke muren en aan de vloerbedekking.
- Verstevig de binnenmuren: tegen interne luchtgeluiden kan men zich beschermen door binnenmuren beter te isoleren: een eenvoudige wand, eventueel aangevuld met isolatieplaten, kan het probleem al verhelpen. Gebruik in elk geval zware materialen, die beter isoleren tegen lawaai, en verzorg de afwerking voor een perfecte luchtdichtheid. Nieuwe wanden en voorzetwanden moeten altijd los staan van de bestaande wanden, om ‘geluidsbruggen’ te vermijden waarlangs lawaai zich kan voortplanten.
- Vergeet de vloer niet: in sommige gevallen is niet zozeer het geluidsvolume dan wel het contactgeluid hinderlijk. Om deze geluiden te verzachten moet de intensiteit van de schokken worden verminderd en moeten bepaalde onderdelen van elkaar worden gescheiden. Een tapijt of linoleum op een onderlaag van kurk of rubber kan een oplossing bieden. Bij zware renovatiewerken kan men best een isolatielaag voorzien. Kurk, hennep en houtschuim dempen contactgeluiden zeer goed.
- Neem de plafonds onder handen: dat kan door isolatie(wol) aan te brengen tussen de vloer van de bovenverdieping en de gipsplaten van de afwerking of te kiezen voor een vrijdragend (verlaagd) plafond van enkele centimeters dik. Deze oplossing is wel minder doeltreffend dan vloerisolatie en leidt tot hoogteverlies in de kamer.