Lieven Seys, voorzitter IVP: "klimaat, inflatie en arbeidskrapte zijn dé uitdagingen"
Traditioneel neemt de IVP-voorzitter na drie jaar afscheid om zijn functie over te dragen aan de ondervoorzitter die hem of haar tijdens het mandaat terzijde heeft gestaan. In het geval van Hugo Myncke is dat Lieven Seys, Senior Marketing Manager Sigma Coatings Benelux, die de komende drie jaar bij IVP de voorzittershamer zal hanteren.
Hoe kwam je in onze sector terecht?
Lieven: “Naar aanleiding van mijn MBA aan de UCL in Louvain-La-Neuve moest ik ondertussen meer dan 30 jaar geleden een thesis maken. Als amateur-kunstenaar schilderde ik vaak en ik zag op een dag een tube kunstschildersverf van Talens voor mij liggen. Dat bracht mij op ideeën en ik stuurde een brief naar Akzo, waar Talens toen onderdak had, en kreeg de kans om er een marktonderzoek te doen. Mijn droom om aan de slag te gaan met artistieke verf lag meteen aan diggelen want Akzo had toen net besloten die activiteiten van de hand te doen. Het gevraagde marktonderzoek heb ik toen wel gedaan en dat had positieve gevolgen want in 1993 ben ik uiteindelijk toch aan de slag gegaan bij Akzo, maar dan in de afdeling Finance. Op die manier kon ik de verschillende afdelingen waarin Akzo actief was beter leren kennen. Ik heb daar ook nog een tijd sales gedaan voor industriële verven."
"In 1999 ben ik overgestapt naar PPG omdat ik de cijfertjes eigenlijk een beetje beu was en ik uiteindelijk marketing wilde doen. En dat doe ik na 23 jaar nog steeds. Met nog steeds veel liefde voor verf overigens. Het is niet alleen een technisch product, maar het heeft ook een decoratieve, verfraaiende functie. Verf is wat ik graag ‘het hoofd en het hart’ noem. Het product combineert perfect technisch beschermende elementen met kleur en emotie, en dat in alle sectoren waar IVP actief is, van automotive coatings over industriële verven en inkten tot residentiële toepassingen. Dat is tegelijk ook de missie van onze federatie: wij willen ons patrimonium beschermen, maar ook verfraaien.”
Wat kunnen we van de nieuwe voorzitter verwachten? Waar wil je accenten leggen?
Lieven: “Samen met Hugo heb ik de voorbije drie jaar heel wat projecten gelanceerd, het is dus niet meer dan logisch dat ik daar de continuïteit van wil verzekeren. Het is beslist niet de bedoeling dat ik alles op zijn kop ga zetten. De belangrijkste accenten wat missie en visie betreft wil ik graag behouden. Er zijn een aantal zaken die Hugo, met name door COVID, niet of niet helemaal heeft kunnen realiseren en daar werk ik graag aan verder. We wilden bijvoorbeeld ons netwerk versterken en de leden dichter bij elkaar brengen, dat was ook een van Hugo’s paradepaardjes, maar de pandemie heeft dat natuurlijk onmogelijk gemaakt. Desondanks kunnen we stellen dat we de coronastorm goed overleefd hebben. Een aantal van onze sectoren hebben het moeilijk gehad, een aantal hebben er wel bij gevaren, daar moeten we eerlijk in zijn."
"Al bij al staan we er vandaag financieel sterker voor dan voor de coronacrisis en hebben we een duidelijke organisatie neergezet met Nele als directeur en Isabelle Descamps als ‘communication project manager’. Helaas hebben we ook enkele moeilijke beslissingen moeten nemen, maar dat is nu eenmaal inherent aan een organisatie zoals IVP. De financiële situatie laat ons vandaag wel toe om een aantal dingen te realiseren die we willen doen.”
Drie grote uitdagingen
Globaal ziet Lieven drie grote ‘uitdagingen’.
“In de eerste plaats is er de gezondheidsuitdaging, met name de veroudering van de bevolking. De gemiddelde leeftijd van de schilder in België is 52 jaar, wat betekent dat er binnen afzienbare tijd veel mensen uit het vak zullen verdwijnen. Een tweede uitdaging is de geopolitieke situatie die vandaag helemaal anders is dan amper enkele maanden geleden. Toen dachten we dat we na corona eindelijk de zaken op orde hadden, maar ondertussen hebben we met een ernstige inflatie te maken, iets wat niemand pakweg een jaar geleden had kunnen voorspellen. We zullen, ook in onze sector, moeten aanvaarden dat we het de komende jaren met minder hoge winstmarges zullen moeten doen. De lonen zijn al enkele keren geïndexeerd, de grondstoffenprijzen stijgen snel, … Als producent kunnen we nu eenmaal niet alles gaan doorrekenen, onze marges zullen bijgevolg krimpen."
"Een derde punt is de klimaatcrisis. We worden gedwongen om circulair te gaan denken, we moeten werken aan de Green Deal, … en dat zowel lokaal als nationaal én internationaal. Om dat allemaal het hoofd te bieden, moeten we samenwerken als een keten en als federatie zijn wij het best geplaatst om al die schakels op elkaar te laten aansluiten en ervoor te zorgen dat die keten sterk en solide blijft door naar gezamenlijke oplossingen te zoeken."
"Een voorbeeld daarvan is het verpakkingsverhaal dat een kluwen van lokale, regionale, nationale en internationale wetgevingen is. Als we circulair willen werken, zullen daar een aantal zaken moeten aangepakt worden. Zoals het er vandaag voorstaat, kunnen we eenvoudigweg niet circulair werken, hoe graag we dat ook zouden willen. De overheid mag veel vragen, maar als fabrikant moeten wij ook de mogelijkheid krijgen om dingen te doen. Ik denk in de eerste plaats aan sorteren, recycleren en exporteren van afval, …"
"Veel wetgevingen staan haaks op elkaar, we hebben alleen daar al een lange weg te gaan. Of ik dat als voorzitter binnen mijn termijn van drie jaar kan realiseren? Dat is nagenoeg onmogelijk, maar we zijn alvast begonnen met de dingen te benoemen en de eerste brokstukken op de weg op te ruimen. Het lijdt geen twijfel dat het sustainability verhaal één van de grootste uitdagingen zal zijn.”
De hele keten moet meewerken
Anderzijds zitten we in België toch met een uniek verhaal, voegt Nele daaraan toe. “Als we het over recyclage van verfverpakkingen en verfresten hebben, kunnen we stellen dat we met sterke organisaties als Fost Plus en Valipac een voortrekkersrol spelen in Europa. Het hele continent is met dezelfde problematiek begaan, maar we merken dat landen zoals Nederland, Frankrijk en dus ook België daar koplopers zijn en dat biedt ons als IVP ook de kans om toonaangevend te zijn.”
“Uiteindelijk moeten we ook onze schilders én de eindconsument sensibiliseren om op hun beurt hun stukje afval beter te beheren zodanig dat we de afvalstromen zuiverder kunnen maken en meer recycleren, iets wat in de verfsector niet bepaald evident is”, pikt Lieven daarop in.
“Volledig circulair werken zou betekenen dat we de verf van de muren gaan krabben, wat praktisch en economisch gezien onmogelijk is. Dus moeten we andere oplossingen naar voor schuiven en dat aan beide kanten van de keten. Recycleren aan het einde van de rit, maar ook aan het begin van de keten, bijvoorbeeld door fabrikanten meer met recycleerbare emmers te laten werken of meer in te zetten op bio-based grondstoffen. De hele keten moet dus meewerken in alle aspecten. Het heeft bijvoorbeeld weinig zin om aan onze kant de CO2-afdruk van verf te verminderen als de schilder met een vervuilende dieselcamionette naar de werf blijft rijden. Dat zou, net als de machines waarmee ze werken, allemaal met elektrisch aangedreven motoren moeten gebeuren."
"Als IVP moeten wij niet alleen de schakels van onze eigen keten op elkaar laten aansluiten, maar dat ook doen met verschillende ketens en een gemeenschappelijke visie uitwerken die iedereen kan onderschrijven. We kunnen lokale projecten opstarten en vandaar uit regionaal en nationaal werken en uiteindelijk ook internationaal. Maar dan moet er ook een Europees kader ontstaan … De meeste van onze leden werken internationaal, dus hebben we er alle belang bij dat we het nationale niveau overstijgen. Alleen hier hebben we werk op de plank voor de komende tien jaar … Ook economisch gezien, trouwens, want als we circulair gaan werken, moet iedereen daarvoor beloond worden. Niemand zit te wachten op extra kosten.”
Verf, een super duurzaam product
Grondstoffenschaarste is vandaag niet uit het nieuws weg te slaan. Een probleem dat al langer aan de gang is, is titaniumdioxide.
“Dat is en blijft een zeer belangrijk element in een coating”, stelt Nele onomwonden. “De ontginning gaat inderdaad gepaard met enorm veel energie. Daar zijn wij ons zeer goed van bewust en we kijken dan ook samen met de grondstoffenleveranciers naar oplossingen, iets wat met veel innovatie zal moeten gepaard gaan. Als IVP proberen we de verschillende stakeholders samen te brengen en mee te zoeken naar technologisch aanvaardbare oplossingen. Maar evident is het niet als je performante producten wilt blijven aanbieden.”
“Je kan bij manier van spreken vandaag al titaniumdioxide vervangen, maar dan komt de dekking in het gedrang en zou je zeven lagen moeten zetten om een aanvaardbaar resultaat te krijgen. Je moet de verf dan ook zeven keer produceren, zeven keer transporteren, enz. Dat kan binnen het circulair verhaal ook niet de bedoeling zijn. Titaniumdioxide zorgt voor dekkracht en dus ook efficiëntie. Het is een constant zoektocht naar limieten en die tocht kan alleen succesvol zijn als we stap voor stap gaan. Er zijn vandaag geen technologisch sluitende oplossingen om die bepaalde grondstof te vervangen, hoe graag de overheden dat ook zouden willen. Verf is vandaag al een super duurzaam product. Door verf een langere levensduur te geven, kunnen we de groene voetafdruk alleen maar kleiner maken, en daar zijn nu eenmaal bepaalde grondstoffen voor nodig. Bovendien neemt transport een aanzienlijk deel van die voetafdruk in. Hoe langer we – met verf – de onderhoudsintervallen kunnen rekken, hoe minder afval er zal zijn, hoe minder verpakkingen we nodig hebben, hoe minder er gerecycleerd moet worden, hoe minder kilometers er worden gereden, enz. TiO2 er zomaar uitgooien, is echt geen duurzame oplossing, laat dat duidelijk wezen.”
Biociden vervangen
Ook een heet hangijzer zijn de aanwezigheid van biociden in verf. “Ook hier krijgen we constant vragen om daarvan af te stappen”, weet Nele.
“Maar net als met TiO2 zijn er geen valabele alternatieven voorhanden. Biociden zitten niet zomaar in de samenstelling. Een biocide zorgt er namelijk mee voor dat verf langer meegaat en dus duurzamer is. Ook op vlak van bewaring en verwerking van verfresten spelen biociden een rol. Zonder die biociden die er net voor zorgen dat verf langer houdbaar is, zal de afvalberg veel sneller aangroeien en alsmaar groter worden. En er zullen wellicht nog wel problematieken op ons bord komen door regionale of nationale wetgevingen die elkaar tegenspreken. Dat is ook onze grootste zorg, dat bijvoorbeeld de Waalse regering dit beslist, de Brusselse dat en de Vlaamse nog iets anders, en dat de Europese wetgever daar dan weer nog een ander idee over heeft. Daar moeten wij als IVP, daarbij vaak gesteund door onze Europese koepelorganisatie CEPE, dag na dag over waken en constant dingen aan de kaak stellen die volgens ons problemen creëren in plaats van ze op te lossen.”
Hoe ziet jij als voorzitter het beroep van 'schilder' vandaag? Wat zijn de uitdagingen? Hoe kan of moet een modern schildersbedrijf zich profileren om klaar te zijn voor de toekomst?
“Onze werkgroep 'Education & Training’ houdt zich daar intensief mee bezig, ook met het oog op de jonge schilder. Maar zeer belangrijk is dat de schilder zich voorbereidt op de schaarste op de arbeidsmarkt. Vanuit IVP moeten wij samen met de fabrikanten en andere leveranciers meedenken om een stuk innovatie in te zetten op zaken zoals verfspuitapparatuur. In veel andere sectoren is er al een verregaande vorm van robotisering. Onze schilders zullen meer en sneller moeten nadenken in termen van verhoogde efficiëntie. Hoe kunnen we onze job uitvoeren met minder mensen of hoe kunnen we meer doen met dezelfde mensen? Op vlak van automatisering valt er beslist nog winst te boeken. Van onze kant moeten wij dan verder werken aan efficiëntere verfsystemen."
"De krapte op de arbeidsmarkt kan maar op twee manieren opgelost worden: enerzijds door te zorgen dat aan de aanbodzijde jongeren gecharmeerd worden door het beroep, anderzijds door innovatie in te zetten en schilders te stimuleren om met bijvoorbeeld drones en spuitoplossingen te werken. Niet om arbeidskrachten te elimineren, maar om hen te helpen om de job minder zwaar en dus aantrekkelijker te maken. Dat zal niet van vandaag op morgen gebeuren, maar ik vergelijk het vaak met de medische chirurgie. Toen robots daar tien jaar geleden geïntroduceerd werden, stonden veel chirurgen op hun achterste poten uit schrik dat ze hun job zouden verliezen. Niet is minder waar want vandaag kunnen ze dankzij robots veel meer mensen helpen. Als wij de schilder kunnen helpen om zware werken aan hoge muren of gevels een stuk lichter te maken met robots, kunnen zij zich focussen op planning, verfijning en speciale verftechnieken die het vakmanschap naar boven brengen. Werken op trainingen, zijstroom en instroom moeten we natuurlijk blijven doen, maar dat alleen zal niet voldoende zijn, we moeten innoveren om het werk anders en efficiënter te gaan doen. Door automatisatie dus.”
“We willen als federatie blijven inzetten op onderwijs,” besluit Nele, “maar ook andere aspecten van het beroep in de kijker zetten en op die manier het imago van het schilderberoep verbeteren en de brede bevolking sensibiliseren om meer aandacht te hebben voor onze sector en voor de mooie loopbanen die daar ongetwijfeld voorhanden zijn.”
Snel dit artikel gratis lezen?
Maak eenvoudig en gratis een account aan.
-
Lees elke maand een aantal plus-artikels gratis
-
Kies zelf welke artikels je wil lezen
-
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief