Passie voor de technieken van weleer, ook in moderne toepassingen
Ervaring, research en zelfstudie
Na een carrière 45 jaar als schilder-behanger kon Jos Deconinck ervoor kiezen om rustig van een welverdiend pensioen te genieten, maar de liefde voor het vak besliste daar anders over. “Ik heb in mijn loopbaan een grote evolutie meegemaakt van producten en projecten. Ik heb jaren in loondienst gewerkt en kreeg meer en meer vragen naar problemen toe, vooral dan naar de verftechnieken van vroeger toe. De pure ‘klassieke’ vakkennis dreigt immers verloren te gaan, de interesse daarvoor is weggedeemsterd. En dat is jammer. Daarom heb ik tien jaar geleden besloten om zelfstandige te worden en mij daar volledig op toe te leggen. Ik heb heel veel research gedaan en veel zaken uitgeprobeerd en opnieuw geprobeerd tot ik mij de techniek eigen kon maken. Ook omdat er sowieso interesse is voor wat ik doe, bijvoorbeeld van mensen die oude panden hebben gekocht en decoratieve dingen ontdekken die ze mooi vinden. Dat gaat dan vaak om de oude marmertechnieken, optische illusies (trompe-l'œil), metallics, faux bois en de ‘art deco’ die in de periode tussen de beide wereldoorlogen veel bijval kende. Eigenlijk zijn dat allemaal technieken waar heel veel arbeid in kruipt. Ik wil dat ook niet klakkeloos kopiëren, maar probeer dat in een modern kleedje te stoppen. Ik werk bijvoorbeeld graag met structuren en ontwikkel veel creaties helemaal zelf zodat ik de kost daarvan bewust lager kan houden. Al betekent dat niet dat er minder tijd in kruipt, integendeel.”
Trends doorbreken
Met zijn passie wil Jos een beetje de trends van vandaag doorbreken. “Veel particulieren zitten in hetzelfde straatje, als ik het zo mag uitdrukken. Veel projecten mogen dan oordeelkundig zijn uitgevoerd, er steekt weinig variatie, weinig creativiteit in. Ik streef er graag naar om carte-blanche te krijgen. In vele gevallen worden er voorstudies en ontwerpen gemaakt om uiteindelijk tot een perfect resultaat te komen. Als je dan het werk hebt uitgevoerd en de appreciatie merkt die erop volgt, geeft dat veel voldoening. Ik zoek wel bewust naar producten en grondstoffen waar ik vlot mee kan werken. In die optiek kies ik vaak voor de materialen zoals de kalkverven van het Franse merk Ressource. Je kan er topwerk mee leveren, zoals vroeger het geval was, maar dan zonder dat het al te complex wordt om uit te voeren.”
Oude herenhuizen
Jos toont ons enkele dingen waarvan je nooit zou denken dat ze met verf zijn uitgevoerd. Wij noemen het kunst, maar daar gaat de vakman niet mee akkoord: “Ik noem het liever pure ambacht.”
Maar wie zijn dan de klanten die, in weerwil van de hedendaagse trends, toch opteren voor de schildertechnieken van vroeger. “Vaak gaat het om mensen die in herenhuizen wonen in grootsteden. Als je daar binnenkomt, zie je op het gelijkvloers prachtige afwerkingen en decoraties met dure marmer en dergelijke meer. Op de bovenliggende verdiepingen verandert dat naar ‘paint’ en werden speciale technieken aangewend om hetzelfde effect te bekomen. Soms zie je inderdaad niet dat het geschilderd is, wat natuurlijk ook de bedoeling is van de verfijnde schildertechnieken van weleer. En precies dat wil ik in ere houden met mijn werk. Maar er zijn ook veel andere klanten hoor, iedereen kan bij mij terecht voor hun project. Ook winkels, horeca en natuurlijk particulieren die een keer iets 'anders' willen in hun woning.”
In de genen ... en de boeken
Jos toont ons enkele panelen, enerzijds als voorbeeld, anderzijds afgewerkte stukken die klaarstaan om naar de klant te gaan. Spontaan duikt de vraag op hoe en waar je die technieken kunt aanleren. “Ik kom uit een familie van schilders. Grootouders, nonkels, … de stiel is al heel lang aanwezig in de familie. Ik vermoed dat het wel ergens in mijn genen zit, maar het is toch vooral veel zelfstudie en geduldig opzoekingswerk, bijvoorbeeld in oude boeken. Ik heb er onlangs nog een op de kop kunnen tikken op een markt in Gent. Een unieke koop want het boek is nog compleet. Er zitten documenten uit het begin van jaren 1900, maar ik denk dat het werk zelf nog ouder is. Het werk staat vol full marmers en zelfs faux bois. Met mijn ervaring, gekoppeld aan veel proberen en oefenen, maak ik mij dan die technieken dan eigen. Als je in olieverf schildert, heb je ook de tijd om dat nauwkeurig uit te voeren en er ook structuren mee te maken. Let wel, ik zit niet in de specifieke restauratiewereld, daar heb ik ook de nodige licenties niet voor, maar ik werk bijna uitsluitend particulier, precies omdat ik er dan mijn eigen ding kan mee doen, maar dan wel met natuurverf.”
De natuur als inspiratie
Jos heeft een boontje voor structuren. “Vaak komen die uit de natuur, zaken die ik opmerk als ik ga wandelen zoals schors. Dat breng ik mee naar huis en pas ik in mijn werk toe, bijvoorbeeld om een collage te maken. Je ontdekt telkens nieuwe dingen die ik dan aan de mensen kan tonen als inspiratiebron. Meestal gaat het om puur maatwerk zoals die sokkels die hier momenteel staan en besteld zijn door een kunstgalerij. Maar het kan ook gaan om de afwerking van een accentmuur, terwijl de rest van de ruimte klassiek wordt afgewerkt. Alles wordt bij mij trouwens 100% geborsteld, daar wijk ik niet vanaf. Ook de delen die met gewone, hedendaagse technieken kunnen worden gedaan. Als ik ergens buitenga, zie je als het ware ‘mijn hand’ in het geleverd werk. Ik word ook regelmatig gevraagd door andere schilders om bepaalde problemen op te lossen, omdat de vakkennis bij de jonge mensen nu eenmaal ontbreekt. Of dat een gebrek aan interesse is? Ik denk het niet, het wordt gewoonweg niet meer aangeleerd, dan kun je er ook geen passie voor ontwikkelen.”
Doorgedreven opleiding
Aan werk geen gebrek. Jos heeft een mooi klantenbestand, maar denkt toch stilaan aan rustig afbouwen. “Ik ben al een tijd op zoek naar opvolging, dat klopt, maar het is niet evident. Blijkbaar is het voor de meeste vakmensen te complex, al vind ik zelf van niet. Waarmee ik geen afbreuk wil doen aan moderne verfsystemen, want ook die zijn in veel gevallen niet zo simpel als veel buitenstaanders denken. Veel verfmerken hebben immers speciale technieken en ook hiervoor is de nodige vakkennis aangewezen. Maar zo’n zaken kun je als vakschilder in relatief korte termijn aanleren en moet je dan zelf verder perfectioneren. Wat ik doe, heeft een langer traject nodig. Je kunt eventueel wel een doorgedreven opleiding volgen zoals die tot op vandaag gegeven wordt in Brussel aan het Van der Kelen instituut (de enige kunstschool ter wereld waar sinds 1882 de traditionele decoratietechnieken onderwezen worden, nvdr).”
Faux bois painting
Belangrijk element in het werk van Jos Deconinck is het unieke aspect. “De technieken mogen dan al lang bestaan, het werk dat ermee wordt uitgevoerd blijft altijd uniek. Ik maak geen seriewerk, wat je bij mij vindt, is echt specifiek voor die klant bedoeld.”
Het volgende voorbeeld is een trap die uitgevoerd is als ‘houtimitatie met patine’ en waar je de zaagsneden mooi kan zien. “Voor alle duidelijkheid: dat zijn geen ‘originele’ zaagsneden of verweringen in het hout, dat is puur schilderwerk dat gepatineerd wordt. Die techniek heet ‘faux bois painting’ en is een stijlvolle houtimitatietechniek die vroeger werd geschilderd op basis van olieverf. Een omslachtige werk, maar helaas was dat niet altijd kleurvast. Dankzij de eigenschappen van de producten van vandaag kan ik in vrij korte tijd een identiek resultaat bekomen waarbij de kleuren wél behouden blijven. Hier heb ik gewerkt met verschillende lagen aangekleurde acrylaat PU vernis. Ik heb trappen die al 20 jaar op die manier geschilderd zijn en waar in al die tijd niets aan veranderd is.”
Een tweede leven
Wat Jos ook regelmatig doet, is recupereren van oud decoratiemateriaal of oude meubelen om die dan een tweede leven geven. “Voor mij is dat het ideale verlengstuk als decorateur. Oude sierlijsten, prenten of oude massieve panelen zijn perfect werkmateriaal. Ook oude prenten uit de jaren 70 en kaders kunnen een meerwaarde zijn in moderne interieurs. Meubels die oud en versleten zijn, worden doorgaans weggegooid of staan te verkommeren op zolder. Met de passende verftechnieken, kleuren, motieven en structuren kan echter veel gedaan worden en zorgen we ervoor dat ze weer deel kunnen uitmaken van het interieur.”
Met behulp van de doorschuurtechniek geeft Jos nieuw meubilair dan weer een oudere look. “Donkere en lichtere kleuren worden dan gecombineerd en door het gebruik van schuurpapier halen we de donkere kleur opnieuw naar boven. Een ander voorbeeld is ‘Concept Quatro’, een kalktechniek met een grove korrel van gemalen travertin, die gekamd en daarna gepolijst wordt. De afwerking gebeurt ook hier met een acrylaat vernis. Woodlook met structuur- en kleurpatine is een techniek die ik zelf heb ontworpen. En zo zijn er nog talloze andere technieken en ontwerpen die ik in de loop der jaren vaak eigenhandig heb bedacht. Alle werk wordt ook steevast nauwkeurig gedocumenteerd. Elke keer wanneer ik een bepaald werk of techniek heb gecreëerd, noteer ik de gebruikte formules in een boek zodat ik daar dan desgewenst op kan terugvallen.”