Voorbereiding van de ondergrond – deel 4: visuele (vocht)problemen
Groene aanslag
Groene aanslag op muren wordt veroorzaakt door algen en mossen en komt meestal voor in de natte maanden en op plekken waar weinig zonlicht is. Algen hebben vocht, licht en warmte nodig om te gedijen en groeien vooral op poreuze ondergronden. Soms verdwijnen ze vanzelf tijdens droge en warme perioden. Muren aan de regen- en zonnekant ondervinden weinig last van algen, schaduwrijke delen zijn echter vochtiger en precies daar duiken algen op.
Mossen zijn schimmels die in symbiose leven met algen. We spreken weliswaar van ‘groene’ aanslag, maar mossen kunnen verschillende kleuren hebben en zijn bovendien heel hardnekkig. Ze overleven dus wél in tijden van droogte en veel zonlicht. Vooral korstmossen veroorzaken schade aan de ondergrond en houden ook veel water vast. Schimmels hebben een bepaalde temperatuur (+/- 20 °C), vocht, zuurstof en een voedingsbron nodig. Meestal is dat organisch materiaal zoals verf, cellulose of eiwitten.
Hoe verwijderen?
Bleekwater is een efficiënt middel om de strijd aan te gaan met algen en mossen/schimmels, maar het is niet bepaald een milieuvriendelijke methode. Zorg ervoor dat alle omliggende planten of grasperken goed afgeschermd zijn. Verdun het bleekwater eerst tot een concentratie van 4° (bij bleekwater van 40° is dat bijvoorbeeld 9 delen water en 1 deel bleekwater) en nevel er dan de groenaanslag mee in. Gebruik daarvoor best een drukspuit met fijne verneveling. Laat min. zes uur inwerken en spuit dan het volledige oppervlak af met een hogedrukreininger. Spoel manueel na met zuiver water en schuur met een harde borstel tot de ondergrond proper is. Laat het oppervlak goed uitdrogen vooraleer er verder op te werken. In de handel zijn er ook algiciden te vinden die milieuvriendelijker en gezonder zijn. Uw vak/groothandel kan u daar meer over vertellen.
Barsten behandelen
Vooral bij nieuwbouw komen scheuren in de gevel en op binnenmuren (krimpscheuren) regelmatig voor. Er zijn verschilleden ‘soorten’ scheuren:
- Kleine barstjes of ‘haarscheurtjes’ vormen geen probleem, die kunnen overschilderd worden met een vullende gevelverf.
- Krimpbarsten zijn iets groter en duiken op bij cementeerwerk of bezettingen waar de verhouding zand/cement niet optimaal is. Meestal zijn ze het gevolg van het droogproces en barsten ze niet verder eenmaal alles goed droog is. Ook hier kan een goed vullende gevelverf de oplossing zijn.
- Bouwbarsten zijn scheuren die steeds groter worden. Vaak zijn ze het gevolg van een constructieprobleem, bijvoorbeeld door een verschil in belasting of door muuropeningen. Om deze scheuren weg te werken, gebruiken we een super-elastische, dikke verf die de onderliggende bewegingen opvangt. Krab of slijpt eerst de barst V-vormig uit en vul dan met een niet-krimpende, elastische en overschilderbare polymeerkit. Belangrijk is dat er een voldoende dikke laag wordt aangebracht (reken op zo’n 350 g/vierkante meter).
Zoutuitbloedingen
Gaat het om zoutuitslag op de muren van een nieuwbouwwoning, dan is dat een normaal gevolg van het uitdrogen van de muur. De opgeloste zouten uit het bouwvocht gaan immers kristalliseren aan de oppervlakte van de muur. Door regenval zal dit in principe verdwijnen, al is een terugkeer altijd mogelijk en zal het pas na verloop van tijd ophouden. Gaat de uitbloeding niet weg en je wil toch schilderen, verwijder de witte uitslag droog met een harde borstel.
Als er zich kalkhydraat uit de mortel op de muur zet, verschijnt er een witte sluier die telkens in regenwater oplost en bij uitdroging opnieuw kristalliseert en dus terugkeert. Maak de sluier niet nat (dan keert het euvel terug), maar verwijder met een harde borstel.
Gaat het om een uitbloeding op oudere muren, dan kan een vochtprobleem, bijvoorbeeld vochtinfiltratie, de oorzaak zijn. Verder inspectie dringt zich in dit geval op.
Vochtproblemen komen helaas vaak voor en dat kan uiteenlopende oorzaken hebben. De problemen uiten zich visueel in de vorm van schimmels, houtrot, afbladderende verf, zwammen, uitbloedingen, enz.
Opstijgend vocht
Check de buitenmuren op de aanwezigheid van een grondwaterkering boven het maaiveld. Een waterkering is een vochtwerende laag (roofing, kunststof) die sinds het begin van de jaren 1980 op de eerste rij stenen wordt geplaatst om opstijgend vocht tegen te gaan. Controleer of deze wel correct is geplaatst. Ook een mogelijk probleem is dat het om een oude waterkering gaat die ‘verstorven’ is en bijgevolg toch vocht doorlaat. Kijk ook of er geen plaatselijke schade of overbrugging is. Het kan ook dat de muur geïnjecteerd werd met speciale producten om het vocht tegen te gaan. Dan is de waterkering niet met het blote oog te zien, maar merk je doorgaans wel dichtgemetselde boorgaten. Gaan de problemen niet weg, dan wordt er best een specialist bij geroepen.
Vochtige muren door de constructie
Bij de meeste woningen zijn er zones die inherent vochtbelast zijn zoals losstaande tuinmuren, gemetselde bloembakken en brievenbussen, schoorstenen, zones onder de waterkering of muurdelen met aanaarding. Klassieke gevelverven op basis van acrylaatdispersies zijn dan wel watervast en bestendig tegen buitenweer, als ze geplaatst worden op een permanent vochtbelaste ondergrond, kunnen ze door het overtollige vocht aanzwellen. Na verloop van tijd duiken blaasjes op en gaat de verf afbladderen. Er bestaan evenwel systemen die speciaal ontwikkeld zijn voor dit soort ondergronden met een hoog vochtgehalte die niet aanzwellen door water. De systemen worden toegepast op onbehandelde steen, eventuele oude verflagen moeten verwijderd worden, en worden afgewerkt met een passende verf. Meer info hierover bij uw dealer.
Vochtinfiltraties
Infiltrerend vocht gebeurt meestal onder invloed van lekken (in dakgoten, afvoerpijpen of waterleidingen) of via een ondichte dakbedekking. Ook barsten of ondichte voegen kunnen aan de basis liggen van infiltraties. Dat hoeft zich niet per se op die exacte plaats te manifesteren, het probleem kan ook elders aan de oppervlakte komen. Vooraleer schilderwerken aan te vatten, moet de oorzaak worden gevonden en hersteld.
Condensatie
Lucht bevat steeds een hoeveelheid waterdamp, afhankelijk van de temperatuur: hoe warmer de lucht, hoe meer vocht. Op een bepaald moment raakt de lucht volledig verzadigd met vocht (= het ‘dauwpunt’) en is er een relatieve luchtvochtigheid van 100%. Als die verzadigde lucht in aanraking komt met een koud oppervlak (spiegel, raam, tegel, …) dan koelt de lucht plaatselijk af en treedt oppervlaktecondensatie op. Op poreuze muren is dat echter nauwelijks zichtbaar. Bij regelmatige condensatie blijven de muren vochtig en dat kan dan weer leiden tot schimmelvorming. Het is belangrijk dat muren na condensatie kunnen uitdrogen, bijvoorbeeld door te verluchten of te verwarmen. Eventuele schimmel kan verwijderd worden met bleekwater (zie hoger).
Aanpak buiten
- Probeer zoveel mogelijk te weten te komen over het gebouw zelf: ouderdom, voorafgaande renovaties, eerdere behandelingen, …
- Meet het vochtgehalte met een vochtmeter en doe dat op verschillende plaatsen en tijdstippen.
- Controleer eventuele constructieproblemen zoals keldergarages, opgehoopte aarde tegen muren, buitentrappen, bloembakken, losse muurdelen, …
- Check dakgoten en regenwaterafvoer op waterdichtheid, controleer ook alle zink- en loodafsluitingen op mankementen.
- Controleer de staat van het gebouw op loshangend pleisterwerk of verf, slechte voegen, barsten, donkere stenen, enz.
- Kijk of er druiplijsten aanwezig zijn op plaatsen waar water afloopt. Welke weg legt het water af? Zijn er hellingen naar de dorpels toe? Kijk ook naar het niveau van een eventueel aanwezig terras. Zitten er dekstenen op losse muren? Zijn de aansluitingen nog in orde, …?
- Vormen er zich zoutuitbloedingen?
- Zie je boorgaten van vroegere behandelingen tegen opstijgend vocht? Is er een membraan aanwezig en is dat nog in goede staat?
- Check ook altijd schoorstenen en doorgangen door het dak.
Aanpak binnen
- Let op schimmelvorming en/of zoutuitbloedingen.
- Meet het vochtgehalte van de binnenmuren en van de houten plinten.
- Kijk of er loskomende verf of behang is en controleer het pleisterwerk op verpoedering.
- Controleer of het pleisterwerk niet tot onder de grondwaterisolatie komt (verwijder desnoods een plint).
- Ook hier moeten we kijken of er eerdere behandelingen zijn geweest tegen opstijgend vocht.
- Zijn de ruimtes wel voldoende verwarmd/verlucht?
- Treedt er condensatie op? Vergelijk dat ook met de gebruiken van de bewoners (bv. veel warm douchen zonder nadien te verluchten, ongebruikte kamers, enz.).
Bron: BOSS paints - Vervolmakingscursus 'Ondergrondvoorbereiding'
Snel dit artikel gratis lezen?
Maak eenvoudig en gratis een account aan.
-
Lees elke maand een aantal plus-artikels gratis
-
Kies zelf welke artikels je wil lezen
-
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief