Bouwsector wil permanent winteruur
Minder lang wachten
Zondagochtend schakelen we over naar wintertijd. Als het van de bouwsector afhangt, wordt die wintertijd permanent ingesteld. Het is dan vroeger licht ‘s morgens, maar ook vroeger donker ’s avonds. Door het instellen van de wintertijd het hele jaar door hoeven bouwbedrijven dus minder lang te wachten om hun werkzaamheden met daglicht te beginnen. Mocht men kiezen voor het permanent instellen van de zomertijd, zou het in volle winter pas klaar worden rond 10 uur ’s morgens.
Standaardtijd in heel Europa
Belangrijk is wel dat er in heel Europa voor eenzelfde standaardtijd wordt gekozen. Constant afwisselen van tijdzone binnen Europa zou te gek voor woorden zijn. Aanvankelijk leek er onder impuls van Europa schot in de zaak te komen om deze uurwissel, die twee keer per jaar plaatsvindt, af te schaffen. De Europese Commissie had in 2018 gevraagd om deze halfjaarlijkse overschakeling te beëindigen en ook het Europees Parlement schaarde zich hier in 2019 achter. Maar die afschaffing zal er niet snel komen omdat lidstaten het onderling niet eens zijn over een bepaalde voorkeur, ook al verkiezen economen, verkeersdeskundigen, slaapexperts, maar ook een duidelijke meerderheid binnen de bevolking de wintertijd.
Meest verstandige optie
“Het is de meest verstandige optie voor de bouw om voor het permanent instellen van de wintertijd te kiezen’, stelt Niko Demeester. “Die keuze komt het best overeen met de modus operandi van de meeste bouwbedrijven. We merken trouwens dat bouwondernemingen die voor de zomertijd opteren dat vooral doen om extraprofessionele redenen, bijvoorbeeld om sociale activiteiten te vervullen.” Een permanent winteruur was voor 1977 zo goed als altijd het geval in ons land. Door de oliecrisis toen werd de zomertijd in 1977 opnieuw ingevoerd.