In't Wit, een afwerkingsbedrijf met een passie voor pleister
Onder de noemer In’t Wit startte Kris in 2007 met een pleisterbedrijf. “Aanvankelijk waren we maar met twee personen, maar dat is zeer snel gegroeid. Op het einde van dat jaar waren we al met twee ploegen aan de slag, vier jaar later hebben we met Barry onze eerste projectleider aangeworven. Ook Liesbet was ondertussen in het bedrijf gestapt. Acht jaar later zaten we al op zeven ploegen. Door de jaren heen zijn we dus steeds groter geworden en hebben we ook mensen in dienst genomen om te helpen bij de administratieve ondersteuning, onder meer voor het opmaken en opvolgen van offertes. In 2012 was er de oprichting van een aparte tak in de vorm van ons schildersbedrijf In’t Kleur met ook hier een eigen werfleider zodat we ook hier perfect werk kunnen leveren en steeds blijven inspelen op de noden van de klant. Zoals net aangehaald zijn onze projectleiders de ruggengraat, elk project nemen ze ter harte en pakken ze aan alsof het voor zichzelf zou zijn en precies dat is voor ons het juiste uitgangspunt. Vandaag heeft In’t Wit vier werfleiders voor de pleisterwerken en twee voor de schilderwerken. Momenteel bestaat ons team uit 9 personen.”
Tien jaar geleden hebben jullie nog een belangrijke stap gezet?
“Toen zijn we ook begonnen met het plaatsen van Mortex, de speciale afwerking om muren waterdicht te maken in bijvoorbeeld badkamers, maar ook voor de afwerking van vloeren in keukens en andere ‘vochtige’ ruimten.”
Het ‘doelpubliek’ van In ’t Wit is divers. Spreidt zich dat ook verder uit dan de regio waar jullie uitvalsbasis is?
“Grofweg geschat is 50% van ons klantenbestand particulier en 50% bouwbedrijf. We zijn grotendeels aan de slag in Oost- en West-Vlaanderen en een stukje Vlaams-Brabant, maar het gebeurt ook dat we projecten hebben iets verder, richting Antwerpen of richting Brussel. Op zich maakt dat ook niet uit, ook die klanten worden perfect opgevolgd. Onze klanten zijn die bepaalde ondersteuning gewoon en dat blijven we overal doen. Particulieren komen vaak bij ons via architecten. Een keer dat een architect met ons heeft samengewerkt, is zij of hij vaak geneigd om met ons te blijven samenwerken omdat ze weten dat wij werken volgens onze drie pijlers en dat zijn ‘kwaliteit’, ‘communicatie’ en ‘planning’. Ook de bouwfirma’s kunnen op dezelfde service rekenen. Iedereen heeft recht op een goed eindresultaat. We vinden die lange termijn samenwerkingen heel belangrijk. Iedereen voelt keer op keer wat hij aan ons heeft en weet welke prestaties er geleverd worden en dat is een fijne manier van werken.”
Afwerkingsbedrijven worden liefst in een zo vroeg mogelijk stadium betrokken bij het bouwproces. Bij pleisterwerken is dat vrij klassiek, bij schilderwerken is dat doorgaans een ander paar mouwen?
“Klopt, terwijl zo vroeg mogelijk altijd een pluspunt is, vooral voor het geven van het juiste advies. Dan weten we ook precies wat de klanten willen, welke technieken van toepassing zijn en welke niet, … Anderzijds is het ook interessant voor de planning en weten zowel wij als de klant op tijd en stond wanneer wat zal uitgevoerd worden. Onze klant wordt ook op dat vlak echt in de watten gelegd. In de bouw is timing sowieso heel moeilijk, een vaste planning aanhouden is geen sinecure. Omdat we echter een bepaalde omvang hebben, kunnen we heel gemakkelijk schakelen. Met verschillende partijen werken kan immers risico's inhouden. Als de stukadoor om welke reden dan ook twee weken later dan gepland aan het pleisteren gaat, kunnen andere werken gemakkelijk een maand of misschien wel twee of meer maanden opschuiven. Door onze grote flexibiliteit houden wij ons aan de planning zodat de ‘flow’ bij de klant niet in het gedrang komt. Ook als de partijen voor ons vertraging oplopen, proberen we onze werken zo snel mogelijk daaraan aan te passen. Dat geldt uiteraard ook voor de schilderwerken.”
Bestaande klanten en architecten weten ondertussen dat In’t Wit ook schilderwerken aanbiedt, maar nieuwe contacten zijn daar niet altijd van op de hoogte?
“Daarom proberen we die mensen ook altijd heel goed te informeren over wie we zijn en wat we allemaal doen. Ook bij architecten doen we dat zodat zij op hun beurt de bouwheer kunnen informeren dat wij dat ook aanbieden. Eventuele schilderwerken kunnen we bij interesse meteen in de offerte opnemen. Iedereen kent dan het ’totale plaatje’ en kan er dan ook rekening mee houden in het hele bouwproces en een preciezere kostenberekening maken.”
Die ‘totaalafwerking’ is meteen jullie grootste troef?
“Naast kwaliteit en vakmanschap is dat inderdaad een belangrijk element. Er zijn niet veel stukadoorsbedrijven die ook schilderwerken aanbieden. Het interessante voor de klant is dat de afwerking bij hetzelfde bedrijf zit en dus ook de verantwoordelijkheid van het afgewerkt product in één hand blijft. Wij zijn verder zeker dat we kunnen werken op een gezonde basis omdat we zelf gepleisterd hebben. Daardoor hoeft de klant zich ook geen zorgen te maken over discussies tussen de stukadoor en schilder over de ondergrond. Wij hebben immers zelf gezorgd voor een prima ondergrond, waardoor wij vlot kunnen afwerken volgens de wens van de klant.”
Naast In’t Wit is er ook In’t Kleur en In Mortex. Is dat om aan te tonen dat jullie verschillende disciplines aanbieden?
“Klopt, het zijn geen drie aparte entiteiten op juridisch vlak - alles valt onder dezelfde vennootschap - maar het geeft wel de indicatie dat we verschillende specialisaties hebben. In’t Wit staat voor de pleisterwerken en In’t Kleur voor schilderwerken en Mortex wijst zichzelf uit. Dat zijn gewoon de benamingen van de afdelingen, geen structureel onderscheid. We doen trouwens niet alleen nat pleisterwerk, maar ook droogbouw. Twee teams nemen het plaatsen van gipskartonplaten voor hun rekening. We kunnen dat dan ook op een professionele manier aanbieden op groot volume. Kleine werkjes nemen de stukadoors mee in hun pakket, voor de grote plafonds of grote oppervlaktes sturen we een apart team. Een ander belangrijk voordeel ten opzichte van onze concullega's is dat wij beschikken over drie opstopploegen. Dat zijn mensen die daarin getraind zijn en in afgewerkte woningen de nazorg voor hun rekening nemen. Zij maken dat alles goed afgeschermd is en de juiste producten en tapes op de juiste ondergronden worden toegepast. Pleisteren is nu eenmaal niet het properste werk in het bouwproces. Wij leveren alles netjes op, dat maakt deel uit van de service en is belangrijk voor mensen die daar oog voor hebben.”
Hoe ontwikkelt een project zich?
“Tegenwoordig komt de vraag meestal via mail binnen bij onze administratief bediende Iris, die dan een dossier aanmaakt en alles voorbereidt voor de offerte. Die offerte wordt opgemaakt door onze collega Cedric en aan de klant bezorgd. Gaat men akkoord met het initiële prijsvoorstel, dan gaan we ter plaatse om alles na te meten en alles in een definitieve offerte te gieten. De opdrachtgever weet dan wat er effectief uitgevoerd moet worden en dat ook enkel aanrekent. Het is ook wel zo dat de stukadoor heel veel moet oplossen, vaak kleine probleempjes zoals dingen die niet in lijn staan, bepaalde verschillen die moeten opgevangen worden, enz. Ook daar bieden we dan oplossingen voor die toegevoegd worden aan de offerte, maar er wordt ook steeds heel duidelijk gecommuniceerd waarom dat ‘extra werk’ nodig is. We proberen op dat vlak gewoon mee te denken met de klant. Je kan op uw eigen eilandje blijven en zeggen dat je alleen komt pleisteren, maar dat doen wij bewust niet. Als je ziet dat hier of daar later een probleem kan ontstaan, bijvoorbeeld met het plaatsen van maatwerk meubilair, dan meld je dat beter meteen en los je dat op zodat de klant daar achteraf geen last van ondervindt.”
Pleisteren wordt vaak bekeken als een noodzakelijk kwaad, maar is een belangrijke basisstap, tenminste als het volgens de regels van de kunst is gedaan.
“Je moet met zoveel rekening houden. Kamerhoge deuren die perfect moeten kunnen opendraaien. Is er nog een balkje nodig boven de deur? Wordt er gewerkt met indirecte verlichting? Zijn er grote overspanningen, …? Mensen staan in eerste instantie niet overal bij stil en dat is ook logisch omdat ze doorgaans geen kennis ter zake hebben. Wij hebben die wél, dus vinden we het maar normaal dat we die ook gebruiken ten dienste van de opdrachtgever. Eenmaal een project in uitvoering gaat, heeft de klant maar één aanspreekpunt meer. De opmeting ter plaatse gebeurt door de werfleider die het project dan verder van A tot Z gaat opvolgen, zodat de klant één gezicht heeft tot de pleisterwerken zijn afgewerkt en zich bij vragen niet tot verschillende mensen moet wenden. Nadien, dat is dan na een aantal maanden, kan de klant ons contacteren voor de opstopwerken. Iris vangt die vraag op en brengt dat tot bij de juiste mensen. Bij ons stuurt werfleider Gilles de opstopploegen aan. Hij checkt verder ter plaatse wat er nog moet gebeuren en zorgt ervoor dat de nazorg goed gecoördineerd verloopt. Meestal is dat drie of vier weken later geklaard en staan de wanden en plafonds klaar voor de schilderwerken.”
Als er ook schilderwerken gevraagd worden, hoe gaat dat dan verder in zijn werk?
“Onze collega's voor de schilderwerken maken dan eerst een offerte. Soms is dat al op voorhand gedaan op basis van de offerte van de pleisterwerken. Bij akkoord gaan de werfleiders ter plaatse om alles te finetunen. Moet er een badkamerverf komen? Wat is de gewenste afwerkingsgraad? Is het voor verhuur? Welke afwerkingstechnieken zijn er gewenst? Overweegt de klant Mortex in de badkamer of de keuken? Dat zijn allemaal zaken die na de pleisterwerken kunnen besproken en in de offerte gegoten worden, uiteraard met ook nu weer overal de juiste opvolging.”
Welke speciale schildertechnieken steken er dan in het aanbod?
“We laten ons altijd een in zekere zin leiden door de klant en de situatie ter plaatse. Zit je in een landelijke woning, dan opteren we mogelijks voor kalkverven of we stellen stucco puro voor. Deze techniek was een tijd minder gebruikelijk, maar is nu weer helemaal in. Is de woning in Scandinavische stijl, dan zijn weer andere technieken van toepassing. We volgen wat de mensen graag hebben en wat past bij de architectuur van hun woning. Op dat vlak zijn het de projectleiders en de kleurenconsulent die overleg plegen met de klant. Ze peilen wat precies de bedoeling is en waar de mensen willen uitkomen met hun woning. Welke uitstraling moet die hebben, welke sfeer willen ze? Van daaruit wordt er dan gekeken wat er nodig is aan technieken.”
Bij In’t Kleur draait het ook om kleuradvies en dat is dan weer jouw stokpaardje, Liesbet?
“Dat is vooral bij particulieren, al dan niet via hun architect, het geval. In appartementsblokken komt dat veel minder voor en is het doorgaans gewoon standaard wit. Daar is uiteraard geen advies voor nodig. Soms krijgen mensen wel wat insteek van de architect, maar het echte kleuradvies - als ze dat uiteraard wensen - neem ik voor mijn rekening. Samen kijken we naar de architectuur van de woning, de oriëntering van de zon, de lichtinval en welke kleuren al aanwezig zijn. Ik kijk welke vaste elementen aanwezig zijn, welke vloeren ze hebben, welke deuren, wat de kleuren zijn van de raamprofielen, enz. Ook belangrijk is de interieurstijl en wat ze zelf graag zien. Het spreekt voor zich dat we ook rekening houden met de persoonlijke voorkeur van de klant.”