Opwaardering studentenlonen heeft averechts effect
Sinds 1 juli van dit jaar zijn de studentenlonen voor jobstudenten in de bouw opgetrokken naar het minimumloon in de sector voor arbeiders vast in dienst. Vakbonden en werkgevers waren overeengekomen de studentenlonen te verhogen om zo meer studenten te lokken. Zo kunnen voortaan ook studenten zonder bouwopleiding als jobstudenten in de bouw ingezet worden aan dezelfde voorwaarden als jobstudenten met een bouwopleiding. De opwaardering was de studentenlonen was ook bedoeld om de bouw aantrekkelijker te maken voor jongeren. In de hoop ze na hun studies definitief naar de sector te lokken, want de bouw heeft nog altijd nood aan veel nieuwe mensen, zo’n 15.000 per jaar. Maar de maatregel schiet zijn doel volledig voorbij. In plaats van jongeren aan te trekken, haken meer werkgevers af.
Groot loonverschil
Het loonverschil met het verleden is immers groot. Concreet gaat dit over de helft tot meer per uur dan voordien. Kreeg een student zonder bouwopleiding vroeger 10,470 euro per uur, dan is dat sinds 1 juli 17,157 euro per uur. Voor studenten met een bouwopleiding steeg het loon van 11,345 euro per uur naar eveneens 17,157 euro per uur. Ofwel respectievelijk 64% en 51% meer. Met alle gevolgen van dien. “Na de voorbije loonindexeringen en prijsstijgingen, is dit duidelijk iets wat de werkgevers er niet meer willen bijnemen”, zegt Bouwunie-topman Jean-Pierre Waeytens. 22% van de Vlaamse bouwwerkgevers annuleerde afgelopen zomer het contract met de jobstudent. Bijna 7 op 10 werkgevers zegt de opwaardering van de studentenlonen geen goede maatregel te vinden om meer instroom te creëren. Integendeel.
Evaluatie
Bouwunie vraagt een evaluatie van de maatregel. Die gebeurt op haar vraag volgende maand op het Paritair Comité. De organisatie wil zoeken naar een realistische oplossing. “We beseffen dat de studentenlonen opnieuw verlagen niet evident zal zijn. Maar de minimumlonen voor de vaste bouwvakarbeiders verhogen, is sowieso uitgesloten. Wij hebben een aantal mogelijke pistes, maar het is nog maar de vraag of alle sociale partners in de bouwsector hiermee gaan kunnen leven. De bedoeling hiervan moet zijn om zo snel mogelijk opnieuw een noemenswaardig verschil te creëren tussen het loon van de vaste werknemers en de studenten in de bouw. Op die manier zal het voor de werkgevers draaglijker en betaalbaarder zijn om opnieuw studenten in te schakelen.”